Conclusie
In dit profielwerkstuk heb ik nu een aantal punten van de cultuur van Thailand en Nederland besproken, namelijk de punten: klimaat, geloof, bijgeloof, onderwijs, bevolkingssamenstelling, omgangsvormen, steden en dorpen, mode en eten en drinken. Bij het ene punt zijn de verschillen groter dan bij het andere punt. Hier zal ik bespreken bij welk punt de grootste verschillen zijn en wat eigenlijk helemaal niet verschilt van elkaar.
Ten eerste is gebleken dat het klimaat van Thailand vrij veel verschilt van het klimaat van Nederland. In Thailand heerst het tropische klimaat en in Nederland een zeeklimaat. Dit heeft zo zijn invloed op de levenswijze van de bevolking. Bijvoorbeeld het soort kleding dat wordt gedragen en de uren waarop wordt gewerkt.
Daarnaast zien we een groot verschil in de omgangsvormen. Zo zijn bij ons de omgangsvormen vrij ‘losjes’. Een simpele handdruk of groet is al voldoende. In Thailand draait alles om respect tegenover anderen. Dit is een gewoonte die volgens mij vooral te danken is aan de strenge leefregels van het boeddhisme. Door een goed leven te leiden, maak je meer kans om bij ‘Nirvana’ te komen, zoals zij dat noemen. Het meerendeel van Thailand is boeddhistisch en veel levens worden door dit geloof beïnvloed. Zo zijn de 5 leefregels van een boeddhist: niet stelen, niet vreemd gaan, niet doden, geen bedwelmende middelen gebruiken (alcohol en drugs) en niet liegen. Veel boeddhisten proberen hier zich zo veel mogelijk aan te houden. Ook is het voor hen belangrijk om netjes gekleed te zijn en zo nu en dan een tempel of klooster te bezoeken om te bidden of een ‘blessing’ te ontvangen. In Nederland speelt het geloof een steeds kleinere rol in de leefwijze. Gelovingen gaan nog wel naar de kerk of moskee, maar in steeds mindere mate.
Wat mij toch het meest opviel, en waarschijnlijk is dat omdat ik zelf als tiener hier veel aandacht aan besteed, is hoe Thaise mensen tegenover hun uiterlijk staan en hoe dat volgens hun te maken heeft met je welstand. Het is daar belangrijk om er zo ‘westers’ mogelijk uit te zien. Als je een lichte huidskleur hebt en een mooi figuur hebt, kom je over als een welvarend persoon. Er wordt ook gedacht dat alle blanke westerlingen ‘rijk’ zijn. Hier in Nederland is het precies andersom. Als je een mooi bruin kleurtje hebt, geeft dit aan dat je in ieder geval geld genoeg hebt om naar een mooi zonnig land op vakantie te gaan (of je hebt genoeg geld voor de zonnebank).
Het laatste punt waarmee Thailand nog veel verschilt van Nederland is de sociale ongelijkheid. De inkomensverschillen tussen arm en rijk zijn vrij groot en er is in veel mindere mate sprake van ingrijpen van de overheid. Hierdoor leven veel mensen nog altijd in grote armoede in sloppenwijken. De levensomstandigheden zijn dan niet optimaal en voor een doorsnee Nederlander waarschijnlijk onaanvaardbaar.
Naast de verschillen heb ik ook gemerkt dat er bepaalde overeenkomsten zijn tussen Thailand en Nederland. Zo lijkt het onderwijssysteem in Thailand erg op het onze. Alleen heeft niet iedereen in Thailand een even grote kans om ook te gaan studeren, aangezien dit veel geld kost dat veel mensen niet hebben. In Nederland is praktisch iedereen daartoe in staat dankzij sociale leningen. Een ander verschil in het onderwijs, dus niet het onderwijssysteem, is het respect van leerlingen tegenover leraren.
De verschillen zijn dus niet meer zo groot en elk verschil dat er wel is heeft te maken met of het klimaat, geloof of sociale ongelijkheid. Het land krijgt steeds meer ‘westerse’ trekjes op het gebied van levenswijze. Hoewel sommige dingen onveranderbaar zijn, zoals het klimaat, denk ik dat er in de toekomst wel degelijk een verschil gaat komen in de mate van sociale ongelijkheid en de mate waarin het geloof een rol speelt in de levenswijze. Ik denk dat, met een juist politiek beleid, de sociale ongelijkheid uiteindelijk zelfs kan verdwijnen. En hoewel het geloof (en dan vooral het boeddhistische geloof) altijd een grote rol zal blijven spelen, denk ik dat de ‘verplichting’ om actief volgens dit geloof te leven af zal nemen. En dit dan vooral bij de jeugd.
Ten eerste is gebleken dat het klimaat van Thailand vrij veel verschilt van het klimaat van Nederland. In Thailand heerst het tropische klimaat en in Nederland een zeeklimaat. Dit heeft zo zijn invloed op de levenswijze van de bevolking. Bijvoorbeeld het soort kleding dat wordt gedragen en de uren waarop wordt gewerkt.
Daarnaast zien we een groot verschil in de omgangsvormen. Zo zijn bij ons de omgangsvormen vrij ‘losjes’. Een simpele handdruk of groet is al voldoende. In Thailand draait alles om respect tegenover anderen. Dit is een gewoonte die volgens mij vooral te danken is aan de strenge leefregels van het boeddhisme. Door een goed leven te leiden, maak je meer kans om bij ‘Nirvana’ te komen, zoals zij dat noemen. Het meerendeel van Thailand is boeddhistisch en veel levens worden door dit geloof beïnvloed. Zo zijn de 5 leefregels van een boeddhist: niet stelen, niet vreemd gaan, niet doden, geen bedwelmende middelen gebruiken (alcohol en drugs) en niet liegen. Veel boeddhisten proberen hier zich zo veel mogelijk aan te houden. Ook is het voor hen belangrijk om netjes gekleed te zijn en zo nu en dan een tempel of klooster te bezoeken om te bidden of een ‘blessing’ te ontvangen. In Nederland speelt het geloof een steeds kleinere rol in de leefwijze. Gelovingen gaan nog wel naar de kerk of moskee, maar in steeds mindere mate.
Wat mij toch het meest opviel, en waarschijnlijk is dat omdat ik zelf als tiener hier veel aandacht aan besteed, is hoe Thaise mensen tegenover hun uiterlijk staan en hoe dat volgens hun te maken heeft met je welstand. Het is daar belangrijk om er zo ‘westers’ mogelijk uit te zien. Als je een lichte huidskleur hebt en een mooi figuur hebt, kom je over als een welvarend persoon. Er wordt ook gedacht dat alle blanke westerlingen ‘rijk’ zijn. Hier in Nederland is het precies andersom. Als je een mooi bruin kleurtje hebt, geeft dit aan dat je in ieder geval geld genoeg hebt om naar een mooi zonnig land op vakantie te gaan (of je hebt genoeg geld voor de zonnebank).
Het laatste punt waarmee Thailand nog veel verschilt van Nederland is de sociale ongelijkheid. De inkomensverschillen tussen arm en rijk zijn vrij groot en er is in veel mindere mate sprake van ingrijpen van de overheid. Hierdoor leven veel mensen nog altijd in grote armoede in sloppenwijken. De levensomstandigheden zijn dan niet optimaal en voor een doorsnee Nederlander waarschijnlijk onaanvaardbaar.
Naast de verschillen heb ik ook gemerkt dat er bepaalde overeenkomsten zijn tussen Thailand en Nederland. Zo lijkt het onderwijssysteem in Thailand erg op het onze. Alleen heeft niet iedereen in Thailand een even grote kans om ook te gaan studeren, aangezien dit veel geld kost dat veel mensen niet hebben. In Nederland is praktisch iedereen daartoe in staat dankzij sociale leningen. Een ander verschil in het onderwijs, dus niet het onderwijssysteem, is het respect van leerlingen tegenover leraren.
De verschillen zijn dus niet meer zo groot en elk verschil dat er wel is heeft te maken met of het klimaat, geloof of sociale ongelijkheid. Het land krijgt steeds meer ‘westerse’ trekjes op het gebied van levenswijze. Hoewel sommige dingen onveranderbaar zijn, zoals het klimaat, denk ik dat er in de toekomst wel degelijk een verschil gaat komen in de mate van sociale ongelijkheid en de mate waarin het geloof een rol speelt in de levenswijze. Ik denk dat, met een juist politiek beleid, de sociale ongelijkheid uiteindelijk zelfs kan verdwijnen. En hoewel het geloof (en dan vooral het boeddhistische geloof) altijd een grote rol zal blijven spelen, denk ik dat de ‘verplichting’ om actief volgens dit geloof te leven af zal nemen. En dit dan vooral bij de jeugd.