Boeddhisme
Het verschil van het boeddhisme met andere geloven is dat er geen god centraal staat, maar de levensleer van de prins Boeddha, die zocht naar het antwoord voor al het lijden in de wereld. Hij is er uiteindelijk achter gekomen dat je een deugdzaam leven moet leiden waarbij je niet mag liegen, niet mag stelen en geen alcohol mag drinken. De regels worden tegenwoordig echter veel minder strikt genomen. Volgens het boeddhisme mag je dus geen alcohol drinken. Menig Thai doet dit natuurlijk wel. Als compensatie ga je dan de volgende dag naar de tempel en doneer je iets extra waardoor je karma weer kan worden hersteld.
Boeddhistische tempels zijn schitternd om te zien. De versieringen en beelden zijn ontzettend mooi. Hier komen veel boeddhisten naar toe om een offer te brengen. Meestal doen ze dit voor geluk, voor goed karma of om iets goed te maken. Als offer kan je geld, kaarsjes, wierook of lotusbloemen doen. Ook bij geestenhuisjes die bij het huis staan wordt geofferd. Hier kan ook eten zoals fruit worden geofferd.
Monniken brengen veel tijd door in tempels. Er zijn honderdduizende monniken in Thailand. Hun hoofden zijn kaalgeschoren en ze dragen op een oranje doek na helemaal niets. Als bezittingen hebben ze een soort houten pot die ze om hun schouder kunnen dragen. Deze hebben ze zodat ze het eten dat ze geofferd krijgen makkelijker mee kunnen nemen. En daarbij mogen vrouwen geen monniken aanraken dus dat vergemakkelijkt het een beetje. Schoenen hebben ze niet. Ze lopen dus altijd op blote voeten.
En lopen doen ze veel. Dat begint ’s ochtends vroeg al rond 5/6 uur. Dan beginnen ze aan een lange wandeling langs de huizen in het dorp of in de stad. Daar staan dan al mensen klaar met eten om in hun houten pot te doen. Meestal wordt er rijst geofferd, maar ook verpakt snoep uit de supermarkt wordt aangeboden. Als het een kleine tempel is komen er een handjevol monniken langs je huis. Maar bij een grote tempel heb je hele rijen monniken die allemaal langskomen. Vaak geven mensen dan bijvoorbeeld maar 1 schepje rijst aan iedere monnik, zodat ze aan elke monnik iets kunnen geven. Uiteindelijk komt al het eten dat de monniken verzamelen toch weer bij elkaar en wordt het verdeeld. Boeddhisten offeren aan monniken omdat dit een goede daad is en goed voor hun karma. Ook zal de monnik dan bidden voor die persoon of hem een ‘blessing’ geven. Monniken bidden dus eigenlijk niet voor henzelf, maar voor het volk. De mensen ondersteunen ze hierbij door ze eten te geven of zo nodig op andere manieren te helpen. Het is zelfs mogelijk voor een man (niet voor een vrouw) om een tijdje met een monnik ‘mee te lopen’. Dan help je de monnik zo veel je kan, je draag zijn houten kom voor hem of haalt andere dingen voor hem.
De ochtenmaaltijd is de enige maaltijd die een monnik heeft. Na 12 uur mag een monnik niks meer eten totdat de zon weer opkomt. Voor de rest van de dag houden zich bezig met andere bezigheden zoals meditatie, het bestuderen van boeddhistische geschriften of de tempel netjes maken door bijvoorbeeld bladeren te vegen.
Alle Thaise mannen zijn verplicht om ten minste 3 dagen monnik te zijn. Het mag natuurlijk langer of het mag zelfs levenslang, maar de 3 dagen zijn verplicht. Dit is om kennis te maken met de boeddhistische leer. Arme gezinnen sturen hun zoon ook naar het klooster, omdat ze hier een beter leven kunnen leiden. Zo krijgen ze daar bijvoorbeeld gratis een opleiding en je hebt altijd een ochtendmaaltijd. Een vrouw kan ook het klooster in. Zij is dan een non en draagt in plaats van een oranje, een wit gewaad.
Monniken mogen onder geen beding een vrouw aanraken. Dit zou er voor zorgen dat ze alleen maar in de verleiding komen, iets wat je juist moet vermijden in de zoektocht naar verlossing van al het lijden. Daarom mogen vrouwen niet naast een monnik zitten en zijn er bijvoorbeeld op busstations speciale ‘wachtkamers’ waar alleen monniken mogen zitten.
Het verschil van het boeddhisme met andere geloven is dat er geen god centraal staat, maar de levensleer van de prins Boeddha, die zocht naar het antwoord voor al het lijden in de wereld. Hij is er uiteindelijk achter gekomen dat je een deugdzaam leven moet leiden waarbij je niet mag liegen, niet mag stelen en geen alcohol mag drinken. De regels worden tegenwoordig echter veel minder strikt genomen. Volgens het boeddhisme mag je dus geen alcohol drinken. Menig Thai doet dit natuurlijk wel. Als compensatie ga je dan de volgende dag naar de tempel en doneer je iets extra waardoor je karma weer kan worden hersteld.
Boeddhistische tempels zijn schitternd om te zien. De versieringen en beelden zijn ontzettend mooi. Hier komen veel boeddhisten naar toe om een offer te brengen. Meestal doen ze dit voor geluk, voor goed karma of om iets goed te maken. Als offer kan je geld, kaarsjes, wierook of lotusbloemen doen. Ook bij geestenhuisjes die bij het huis staan wordt geofferd. Hier kan ook eten zoals fruit worden geofferd.
Monniken brengen veel tijd door in tempels. Er zijn honderdduizende monniken in Thailand. Hun hoofden zijn kaalgeschoren en ze dragen op een oranje doek na helemaal niets. Als bezittingen hebben ze een soort houten pot die ze om hun schouder kunnen dragen. Deze hebben ze zodat ze het eten dat ze geofferd krijgen makkelijker mee kunnen nemen. En daarbij mogen vrouwen geen monniken aanraken dus dat vergemakkelijkt het een beetje. Schoenen hebben ze niet. Ze lopen dus altijd op blote voeten.
En lopen doen ze veel. Dat begint ’s ochtends vroeg al rond 5/6 uur. Dan beginnen ze aan een lange wandeling langs de huizen in het dorp of in de stad. Daar staan dan al mensen klaar met eten om in hun houten pot te doen. Meestal wordt er rijst geofferd, maar ook verpakt snoep uit de supermarkt wordt aangeboden. Als het een kleine tempel is komen er een handjevol monniken langs je huis. Maar bij een grote tempel heb je hele rijen monniken die allemaal langskomen. Vaak geven mensen dan bijvoorbeeld maar 1 schepje rijst aan iedere monnik, zodat ze aan elke monnik iets kunnen geven. Uiteindelijk komt al het eten dat de monniken verzamelen toch weer bij elkaar en wordt het verdeeld. Boeddhisten offeren aan monniken omdat dit een goede daad is en goed voor hun karma. Ook zal de monnik dan bidden voor die persoon of hem een ‘blessing’ geven. Monniken bidden dus eigenlijk niet voor henzelf, maar voor het volk. De mensen ondersteunen ze hierbij door ze eten te geven of zo nodig op andere manieren te helpen. Het is zelfs mogelijk voor een man (niet voor een vrouw) om een tijdje met een monnik ‘mee te lopen’. Dan help je de monnik zo veel je kan, je draag zijn houten kom voor hem of haalt andere dingen voor hem.
De ochtenmaaltijd is de enige maaltijd die een monnik heeft. Na 12 uur mag een monnik niks meer eten totdat de zon weer opkomt. Voor de rest van de dag houden zich bezig met andere bezigheden zoals meditatie, het bestuderen van boeddhistische geschriften of de tempel netjes maken door bijvoorbeeld bladeren te vegen.
Alle Thaise mannen zijn verplicht om ten minste 3 dagen monnik te zijn. Het mag natuurlijk langer of het mag zelfs levenslang, maar de 3 dagen zijn verplicht. Dit is om kennis te maken met de boeddhistische leer. Arme gezinnen sturen hun zoon ook naar het klooster, omdat ze hier een beter leven kunnen leiden. Zo krijgen ze daar bijvoorbeeld gratis een opleiding en je hebt altijd een ochtendmaaltijd. Een vrouw kan ook het klooster in. Zij is dan een non en draagt in plaats van een oranje, een wit gewaad.
Monniken mogen onder geen beding een vrouw aanraken. Dit zou er voor zorgen dat ze alleen maar in de verleiding komen, iets wat je juist moet vermijden in de zoektocht naar verlossing van al het lijden. Daarom mogen vrouwen niet naast een monnik zitten en zijn er bijvoorbeeld op busstations speciale ‘wachtkamers’ waar alleen monniken mogen zitten.